Met een benepen hart
‘Benepen’ van: benijpen (nijpen, knijpen). Een toegeknepen hart, een benauwd hart. Zie Anna Bijns, Hoe schoon moet God synmet de hand op het hart
hij beloofde het me met de hand op het hart: hij beloofde het me eerlijk en gemeend.Met de hand op het hart
Een plechtige verklaring doen, plechtig iets beloven. Meer populair: iets in gemoede verklaren, verzekeren, beloven. De zegswijze houdt vermoedelijk verband met een vroegere wijze van eed afleggen. Ee...Lees meer
Met zijn hart ergens aan hangen
Er geen afstand van kunnen doen, iets niet kunnen missenMet de hand over het hart strijken
Zich tot zachtere gedachten stemmenMet de hand over het hart strijken
Toegeven, genadig zijn, niet langer weigerenMet de hand over het hart strijken
De bezwaren die men ergens tegen heeft, laten vallenMet de hand op het hart verklaren
Volkomen eerlijk verklarenMet de hand over zijn hart strijken
Afschuiven, in de buidel blazenIets met de hand op het hart verklaren
Iemand iets naar eer en geweten vertellenZich (met hart en ziel) ergens op toeleggen
Zich ijverig met iets bezighouden, zich met alle krachten inspannen om het te lerenZich met hart en ziel ergens op toeleggen
D.i. geheel en al, onverdeeld, met liefde en toewijding. Ontleend aan Matth. 22:37: ‘Gij zult liefhebben de Here uw God met geheel uw hart en met geheel uw ziel, en met geheel uw verstand’zijn hart uitstorten
de jongen stort zijn hart uit bij zijn moeder: hij neemt zijn moeder in vertrouwen, hij vertelt haar zijn moeilijkheden.zijn hart vasthouden
ik hield mijn hart vast toen de acrobaat over de balk liep: ik wachtte in grote spanning hoe het af zou lopen.Iemands hart stelen
Bij iemand in de gunst rakenIemands hart stelen
Zijn liefde winnen, zich bij hem of haar aangenaam makenZijn hart uitstorten
Iemand deelgenoot maken van iets, waar men helemaal vol van isZijn hart luchten
Precies zeggen waar het op staatMijn hart popelt
Het slaat snel en onrustig. Het beeld is ontleend aan de steeds in beweging zijnde bladen van de populierZijn hart vasthouden
NI. van angst of vrees over de afloop van iets. Figuurlijk voor: in hevige angst verkeren, in grote ongerustheid zijn hoe iets zal aflopenZijn hart verharden
Ontleend aan Ex. 8, waarin de geschiedenis wordt verhaald van de tien plagen in Egypte, en waarbij de Egyptische koning telkens zijn hart verhardde (verzwaarde). De bedoeling is, dat men geen tegemoet...Lees meer