Loop naar de bliksem, drommel, duivel, Fransen, hel, koekoek, maan, pomp, weerga, weerlicht, wip enz

Sarcastische opmerkingen tegen iemand die ons verveelt, die we graag kwijt willen of die ons wat wil wijsmaken. Over het algemeen behoeven deze uitdrukkingen geen nadere uitleggingen; ze laten aan dui...
Lees meer

Loop naar de pomp

Maak dat je wegkomt

Loop naar de koekoek

Maak datje wegkomt

Loop naar je grootje

Grootje, grootmoeder. Met dit gezegde wijst men de lastige, onaangename aanhouder af; oude vrouwen zullen hem gewilliger aanhoren

op de wip zitten

deze man zit op de wip: als er mensen ontslagen moeten worden, is hij de eerste.

Op de wip zitten

a Bij stemmingen de doorslag kunnen geven;

Op de wip zitten

b op het punt staan eruit te vliegen

Op de wip zitten

Ontleend aan het kinderspel van de wipplank; wie er midden op zit, kan de wip naar rechts of naar links doen overhellen. Overdrachtelijk voor: de doorslag geven. Vooral gezegd van iemand die in een ve...
Lees meer

Hij zit op de wip

Hij kan ieder moment ontslagen worden

Zolang de vogel op de wip staat, kan elk er naar schieten

Zolang de gelegenheid duurt, kan elk ze zich ten nutte maken

Rooie loop

Eigenlijk: centen, kopergeld; omdat men hierbij denkt aan rood koper, is de uitdrukking rooie loop ontstaan. Het is een woordspeling op bloeddiarree. In het algemeen voor: geld

Op de loop gaan

Er vandoor gaan, aan de haal gaan, hard weglopen. Wanneer en hoe deze uitdrukking in deze vorm is ontstaan, is niet bekend

Op de loop zijn

Wordt veelal sarcastisch gezegd van de hersens van niet snuggere mensen. ‘Er is er één op de loop’

Loop, loop, zei Kees, jy weet niet waer

De wynt van daen komt; maar wy weeten

Loop, loop, zei Kees, jy weet niet waer

De zaek al aers, des zwyg maer stil

In een wip (klaar zijn, komen)

In een ogenblik, vlug, zeer snel

Zijn gedachten de vrije loop laten

Breedvoerig over een bepaalde zaak nadenken; een zaak tot in alle onderdelen uitdenken

Zijn tranen de vrije loop laten

Zich volledig aan het huilen overgeven. Letterlijk: ze niet met een zakdoek wegvegen

Loop rond, door, heen

Dit zijn zachtere vormen voor: loop naar de bliksem e.d

Als een haas op de loop gaan

Heel hard weglopen

Hij loop op zijn tandvlees

Hij is straatarm

Er één (van de vijf) op de loop hebben

Niet helemaal bij zinnen zijn

Bij hem is er een op de loop

Hij is niet goed wijs
toon meer resultaten