Oorspronkelijk luidde deze uitdrukking: een leegh mensch is een duyvels oorkussen (d.i. hoofdkussen), hetgeen dus wil zeggen: op een luiaard vlijt de duivel zich gemakkelijk neer, daar ligt hij als in een bed op een oorkussen ter ruste en broedt dan allerlei kwaad uit. Vgl. Lat.: ‘Otia dant vitia’, d.i.: de ledigheid baart ondeugd