Magnificum est laudari a laudato viro

Het is eervol door een geroemd man geroemd te worden

Iemand laudanum geven

Iemand zodanig vleien, dat hij geneigd is alles te geloven

In os laudare

Voor het gezicht (oog) goed doen

Tacent; satis laudant

Zij zwijgen; dat is eer genoeg

Pessimum genus inimicorum laudantes

De ergste vijanden zijn zij die de loftrompet blazen

Tarnen est laudanda voluntas

Echter, de goede wil is te loven

Laudant illa, sed ista legunt

Dat prijzen zij, maar dit lezen zij

Laudato ingentia rura, exiguum colito!

Prijs de reusachtige velden, maar verlang een klein

Laudamus veteres, sed nostris utimur annis

We prijzen het verleden, doch leven in het heden

Laudatur ab his, culpatur ab illis

Hij wordt door de ene geprezen en de ander gelaakt