Dat klinkt eraan

Dat is voldoende

Eén penning klinkt niet

Wie arm is, heeft vrijwel geen invloed

Eén penning klinkt niet

Wie arm is, heeft weinig invloed

Dat klinkt als katoen

Daar zit geen klank in

Dat klinkt als katoen

Dat heeft geen klank

Wijn drinkt, wijn klinkt

Wie voor een zaak te boek staat, die komt men er om lastig vallen

Dat klinkt vrij apocrief

Dat klinkt niet zeer geloofwaardig, niet aannemelijk

Dat klinkt als een klok

Dat is volkomen duidelijk

Des pennings reden klinkt best

Met geld komt men overal terecht

Dat klinkt als een klapmuts

Dat klinkt in het geheel niet

Hij klinkt als een klok

Er is niets op hem aan te merken

Klinkt het niet, zo botst het

(Z. N.) ’t Komt er niet op aan hoe het gezegd wordt

Als het niet klinkt, dan botst het wel

Hij doet alles op goed geluk zonder er verder bij na de denken

Hij heeft een naam die klinkt als een klok

Hij staat zeer gunstig bekend