Daar is geen kijk op

Er is weinig of geen kans, dat dat gebeurt

Daar is geen kijk op

Dat ligt nog in de verre toekomst; er is weinig kans op

Daar is geen kijk op

Wordt gezegd! van iets dat niet gebeuren kan of zal. De herkomst is niet geheel duidelijk

Kijk op de zaak hebben

Van een zaak meer afweten, een goed inzicht hebben in een bepaalde aangelegenheid

Daar heb ik geen kijk op

Dat kan ik niet goed beoordelen

Een goede kijk ergens op hebben

Ergens; verstand van hebben, een helder inzicht hebben

Iemand te kijk zetten

Iemand voor gek laten staan

Ik kijk wel uit

Zelfverzekerde verklaring dat men zich niet laat nemen

Hansje kijk in de lucht

Wordt gezegd van iemand die kaarsrecht loopt en steeds strak voor zich uit kijkt

’s Morgens als ik opsta, kijk ik naar de wolleken

Denk ik bij mijn eigen: de bok is niet gemolleken

Doe wel naar zijn woorden, maar kijk niet naar zijn daden

Hetgeen hij predikt kan men navolgen, ondanks het feit dat hij zich er zelf niet aan houdt

Op is op

Waar geen geld meer is, valt ook niets meer te halen

op stang

iemand op(de) stang rijden (jagen).niemand nauwkeurig in de gaten houden, iemand steeds controleren.

Kop op!

Houd er de moed maar in, niet gebukt gaan onder de zorgen of tegenslagen

Er op slaan lijk op een kafzak

Er flink op slaan

Ergens op parasiteren (ook: op iemand parasiteren)

‘Parasiteren’, van Gr.: para, tegen, dichtbij, naast, en: sitos, spijs. Eigenlijk: mede-eten. Men bedoelt met de uitdrukking leven ten koste van iemand of op iemands kosten

Op is op en weg is weg

Wordt - veelal tegen kinderen - gezegd wanneer er geen geld meer is om iets te kopen, of wanneer iets op is. Vgl. Plautus, Cistellaria (4, 2, 36): ‘Quod periit, periit’, d.i.: wat weg is is weg

Op zandgrond bouwen

Op losse grondslag, iets ondernemen, ijdele verwachtingen koesteren

Op zandgrond bouwen

Zich op iemand verlaten die later onbetrouwbaar blijkt te zijn

op dreef zijn

het elftal was vanmiddag goed op dreef: het elftal speelde erg goed.

op heterdaad betrappen

de inbreker werd op heterdaad betrapt: hij werd gepakt terwijl hij met de inbraak bezig was.

op poten staan

die brief staat op poten: er staat precies in wat er gebeuren moet, er wordt niet om de vragen en de problemen heen gepraat.

op zijn quivive

[kie-’vie-v] → op zijn hoede zijn.
toon meer resultaten