Het oude karrepad volgen

De oude gewoonte volgen, de sleur volgen

Zijn ziel rijdt op een karreken

(Z.N.) Hij is zeer bevreesd

Zijn ziel rijdt op een karreken

(Z. N.) Hij is zeer bevreesd

Zijn hart rijdt op een karretje

(Z. N.) Hij is zeer verheugd

Zijn karretje rijdt op een zandweg

Het gaat hem voorspoedig, het gaat hem naar zijn zin

Iemand voor zijn karretje (wagentje) spannen

Letterlijk dus: hem als trekdier gebruiken. Overdrachtelijk gezegd voor: laten helpen bij het bekomen ener betrekking, een ander gebruiken voor het behartigen van zijn belangen

Een karretje op een zandweg reed

De maan scheen helder, de weg was breed, enz

Iemand het karretje voor de deur rijden

Hem met de neus op de feiten drukken

Zijn karretje heeft op de zandweg gereden

Het rijden over een zandweg is een aangenaam werk. Het gaat zonder horten of stoten, kalmpjes aan. Vgl. o.a. het lied van J.P. Heye

Niet altijd rijdt ’t karretje op een zandweg

De zaken gaan niet altijd voorspoedig

Niet altijd rijdt het karretje op een zandweg

Het gaat niet altijd naar wens

Niet altijd rijdt het karretje op een zandweg

Ook: Men kan altijd op geen kussen zitten