Hij is goed bij

Hij is intelligent

Hij is goed gebekt

Hij weet zijn zegje wel te doen

Hij is goed ingepikt

Hij is van alle gemakken voorzien

Hij is goed ingespannen

Hij is van alle gemakken voorzien

Hij is goed gekleed

Hij is dronken

Dat is goed gekolfd

Dat heeft hij er goed afgebracht

Dat is goed Hollands!

Dat is ronde, onverbloemde taal!

Geld is goede waar

Men moet zijn geld op prijs stellen, er niet te los mee omspringen

Deerlijk zien is goed gebedeld

Als men wil bedelen, moet men zorgen dat men er arm uitziet

Deerlijk zien is goed gebedeld

Een bedelaar die er slecht uitziet zal gemakkelijker geholpen worden

Zijn hart is goed geplaatst

Hij heeft een goed karakter

Hij is goed van inhouten

Hij heeft een sterk gestel

Hij is goed van inhouten

Hij is goed gebouwd, hij heeft een sterk lichaamsgestel

Hij is goed op streek

Zijn werk vordert gestaag

Hij is goed op zijn eet

Hij heeft honger

Hij is goed in zijn God

Hij is lichtgelovig

Die is goed voor de broodwagen

Die is ongeschikt voor de krijgsdienst

Trouwen is goed - niet trouwen beter

Ontleend aan 1 Cor. 7 : 38, waar staat: ‘Alzo dan die haar (nl. de maagd) ten huwelijk uitgeeft, die doet wél; en die ze ten huwelijk niet uitgeeft, die doet beter’

Werken is (goed) voor de dommen

Gezegd door iemand die van zijn rust geniet, of die het werk nogal gemakkelijk opneemt

Het is goed spinnen van andermans garen

Het is gemakkelijk om geld van een ander uit te geven

Het is goed spinnen van andermans garen

Hetzelfde als: het is goed riemen snijden van andermans leer

Hij is goed in zijn gat gekarnd

Hij is bang

Hij is goed op de kluiten gekomen

Hij is er weer bovenop gekomen
toon meer resultaten