Spreekwoorden en gezegden met 'ik-kan-niet-anders'

Hier sta ik, ik kan niet anders

Deze uitdrukking is gebaseerd op de woorden van Luther: ‘Hier stehe ich! Ich kann nicht anders! Gott helfe mir! Amen’, die door hem op 18 april 1521 gesproken zouden zijn voor de Rijksdag te Worms. So...
Lees meer

Hier sta ik, ik kan niet anders

Vertaling van: ‘Hier steh’ ich, ich kann nicht anders, (Gott helfe mir, amen)’. Woorden van Luther, op de Rijksdag te Worms gesproken, als antwoord op de vraag of hij tot het oude (roomse) geloof wild...
Lees meer

Zó (is het, wil ik het) en niet anders

Versterking van ‘zo’, nl. door elke andere wijze opzettelijk uit te sluiten. Vgl. Juvenalis, Satirae (8, 223): ‘Sic volo, sic jubeo, stat pro ratione voluntas’, d.i.: zó wil ik het nu eenmaal hebben; ...
Lees meer

Ik kan niet op dreef komen

Het werk wil niet vlotten

Dat kan ik toch niet ruiken ?

Verontwaardigde opmerking wanneer men een standje krijgt voor iets dat men niet weten kon

‘Ik kan niet’, zegt de trage, en daarom kan hij niet

Deze levenswijsheid spreekt voor zich zelf

Ik kan hem niet luchten of zien

Ik kan hem niet niet uitstaan

Tegen die oven kan ik niet gapen

Tegen die mededingers (tegenstanders, bezwaren) kan ik niet op

Ik kan niet meer doen dan werken

Wordt gezegd door iemand die aangespoord wordt zijn prestaties te verhogen, de produktie op te voeren, die aangedreven wordt tot meer spoed

Ik heb wel wat anders te doen

Wordt gezegd wanneer men niet bereid is een bepaald karweitje op te knappen

Ik kan daar mijn stempel niet op drukken

Ik kan er mijn goedkeuring niet aan geven

Dat kan ik niet aan zijn neus zien

Wordt gezegd wanneer men zich in iemand vergist heeft, wanneer men zich omtrent iemand geen goed denkbeeld heeft kunnen vormen

Ik kan het geld niet van de bomen schudden

Ik heb geen onuitputtelijke bron van inkomsten

Ik kan het toch niet van mijn rug afsnijden?

Gezegd wanneer men bij iemand om geld komt en deze het niet heeft

Dat kan ik me voorstellen

Daar kan ik me een voorstelling (beeld) van maken, ik kan het me begrijpen

Ik ben in geen kan gebroed

(Z. N.) Ik ben verstandig genoeg om mij niet te laten bedriegen

Ik kan geen stomme heren dienen

Zegt men tegen iemand die iets verlangt gedaan te hebben, maar te koppig is om te spreken

Die niet kan borgen, kan niet rijk worden

Wie niet op krediet wil verkopen, benadeelt zichzelf

Die niet kan borgen, kan niet rijk worden

Een winkelier die geen krediet kan geven, verliest zijn klanten

Ik kan er geen touw aan vastknopen

Ik begrijp er niets van

Ik denk er niet over

Een absolute weigering tot iets

Ik ben je loopjongen niet

Antwoord aan iemand die ons vraagt iets te halen of weg te brengen, terwijl de aangesprokene overtuigd is dat de vrager het zelf wel kan doen en dat het verzoek uit gemakzucht voortvloeit