Iemand met de nek aankijken
Wanneer men iemand, met wie men geen contact (meer) wenst, op straat ontmoet, wendt men het hoofd af, aldus doende of men de voorbijganger niet ziet of hem te kennen wil geven, dat men niet van zins is te groeten. Bij dit afwenden van het hoofd komt ook de nek in een andere stand te staan en is dan min of meer gekeerd naar de voorbijganger. Hieraan is deze uitdrukking ontleend, hoewel men er ook in ruimere zin mee bedoelt: uit standsverschil iemand met geringschatting behandelen, hem geen blik waardig keuren, hem met verachting bejegenen