Dat is buiten mijn hoefslag

Daar heb ik niets over te vertellen

Dat is buiten mijn hoefslag

Dat gaat mij niet aan, dat is buiten mijn bevoegdheid

Dat is buiten mijn hoefslag

(De hoefslag was het aandeel waarvoor een ingeland in het onderhoud van een dijk of weg was aangeslagen, dat gedeelte hetwelk hij in orde moest houden)

Iets op zijn hoefslag brengen

Iets in orde maken

Iets op zijn hoefslag brengen

Het op de aangewezen, de juiste plaats invoegen

Zij heeft zich een hoefijzer aangedaan

Zij heeft een kind gekregen zonder getrouwd te zijn

Er is spoor noch hoefslag van te vinden

Er is niets van te ontdekken

Een nagel doet wel een hoefijzer verliezen

Kleine oorzaken hebben soms grote gevolgen

Hij is zo oprecht als een hoefijzer

Hij is in ’t geheel niet oprecht

Die bevreesd is voor de vonken, kan geen hoefsmid worden

Wie het genot van iets wil hebben, moet daar ook de last van dragen; een vlijtig mens mag last noch moeite ontzien

Die bevreesd is voor de vonken, kan geen hoefsmid worden

Een vlijtig mens mag last noch moeite ontzien

Hij lacht als een boer die een hoefijzer vindt

Hij lacht tevreden

Hij lacht als een boer die een hoefijzer vindt

(Naar het volksgeloof is het vinden van een hoefijzer een gelukkig voorteken)

Die bevreesd is voor de vonken en kan geen hoefsmid zijn

Wie van iets de lusten wil, moet ook de lasten willen

Men hoeft geen luizen in z’n pels te zetten (of: te poten)

Men moet zich niet moedwillig last of verdriet op de hals halen

Hij lacht als een boer, die een hoefijzer heeft gevonden

Hij is zeer tevreden

De merrie slaat haar veulen wel, doch met een houten hoefijzer

Ouders tuchtigen hun kinderen nooit erg hard

Een zot hoeft geen bellen aan te doen, hij laat zich zelf genoeg horen

Een zot is van zich zelf al luidruchtig genoeg