Hij is hem gesmeerd

Hij is gevlucht

Hij is hem geveegd

Hij is gevlucht

Laat hem door, hij is met brieven geladen

Hij heeft haast

Hij is zo gek niet als hem de muts staat

Hij is zo gek niet als men hem wel zou aanzien

Wie de zak houdt, is zo erg als hij, die hem vult

De heler is zo goed als de steler

God is een goede werkman, maar Hij wil dat men hem helpe

Men moet op God vertrouwen, maar zelf ook meewerken

Hij hoest hem wat

Hij bekommert zich niet om hem

Hij heeft hem gelikt

Hij heeft hem bedrogen

Hij heeft hem om

Hij is dronken

Hij lust hem rauw

Hij wil hem een flink pak: slaag geven

Hij heeft hem staan

Hij is dronken

Als hij over hem viel, zou hij hem nog niet herkennen

Hij kan zich de ander absoluut niet meer herinneren

Dat is hem egaal

Dat interesseert hem niets

Hij heeft hem deftig om

Hij is dronken

Hij heeft hem deftig om

Hij is knapjes dronken

Hij heeft hem laten otteren

Hij heeft hem aan zijn lot overgelaten

Hij zal het hem bakken

Hij zal het in orde brengen, klaarspelen

Hij zal het hem leveren

Hij zal het in orde brengen, klaarspelen

Dat is algebra voor hem

Hij begrijpt er helemaal niets van

Dat is Grieks voor hem

Dat begrijpt hij niet

Het is hooitijd voor hem

Hij heeft het druk
toon meer resultaten