Alles door elkaar haspelen

Het haspelen moet met bedachtzaamheid gebeuren: bij overhaasting raakt het garen in de war. Vandaar: verwarde bewegingen maken, er maar wat in omscharrelen. Figuurlijk: wartaal, onsamenhangend spreken...
Lees meer

Op de haspel passen

Zijn zaakjes in de gaten houden

Op de haspel passen

Op zijn zaken letten, het oog op alles houden

Op de haspel passen

‘Haspel, hasp’, oorspronkelijk: deur, hengsel, kram, enz. Later: garenwinder, werktuig bestaande uit door dwarsstaven verbonden kruisspaken of schijven, die om een spil kunnen draaien, en dienende om ...
Lees meer

Dat sluit als haspels in een zak

Dat raakt kant noch wal

Dat sluit als haspels in een zak

Dat klopt niet. Het is dezelfde uitdrukking als: dat slaat als een tang op een varken. Doch terwijl ‘slaat’ foutief is, is ‘sluit’ goed

Een haspel van een mens

Een onhandig mens

Een haspel van een mens

Een sukkel, een zot

Zij komen overeen als haspels in een zak

Zij komen in ’t geheel niet overeen

Hij moet op de haspel blijven

Hij moet lijdzaam toezien, hoe een ander zich aan allerlei lekkernijen te goed doet, terwijl hijzelf niets krijgt

Vrij wat op de haspel hebben

Heel wat te beredderen hebben

Hij haspelt ermee als een aap in een garenwinkel

Hij stuurt alles in de war

Hij spint loopgaren en haspelt het op de hakken

Hij loopt te lanterfanten, is wel schijnbaar druk in de weer, maar richt niets degelijks uit

Dat is een haspel in een fles

Dat is volkomen een raadsel

Het eens van de haspel laten lopen

Het er eens van nemen, «de bloemetjes eens buiten zetten»

Dat sluit als een haspel in een zak

Dat raakt kant noch wal

Dat sluit als een haspel in een zak

Dat is grote onzin

Dat past als een haspel op een vleespot

Dat behoort in ’t geheel niet bij elkander

Ergens mee haspelen als een aap in een lingerie-(garen-)winkel

Er op de kluchtigste wijze mee omgaan, alles in de war sturen