Hac de re nemo laborabit

Daarvan zal niemand te lijden hebben

Hac de re nemo laborabit

Vgl.: Daar kraait geen haan naar

In hac re omni pede standum est

In deze zaak moet men vast op beide benen staan

In hac re omni pede standum est

Vgl.: Met beide benen op de grond staan

Sed haec hactenus!

Tot zover (en niet verder)!

Quam quisque norit artem, in hac se exerceat!

Ieder beoefent de kunst die hij geleerd heeft

Quam quisque norit artem, in hac se exerceat!

Vgl.: Schoenmaker houd je bij je leest

Ab hoe et ab hac et ab illa

Over deze, die en gene

Een hachelijke toestand

‘Hachelijk’, gevaarlijk, netelig. De herkomst van het woord is niet opgehelderd

Hach noch wacht zeggen

Geen enkel geluid geven

Een hachelijke toestand (onderneming)

‘Hachelijk’, vermoedelijk ontleend aan ‘hachje’. Een hachelijke toestand of onderneming is een gevaarlijke toestand of onderneming, waarbij men de kans loopt zijn leven (hachje) te verliezen. Voorbeel...
Lees meer

Iets op zijn hach ondernemen

Iets op eigen risico doen

Zijn hachje wagen

Zijn leven wagen

Je kunt me de bout hachelen

Je kunt naar de maan lopen

Hij kan me de bout hachelen

Hij kan wat mij betreft barsten

het hachje erbij inschieten

hij redde het kind, maar schoot zijn eigen hachje er bij in: hij stierf aan de gevolgen van die redding.

Dat is een hachje

Dat is een waaghals

Het hachje laten varen

De prooi loslaten; het opgeven

bang voor zijn hachje zijn

hij is bang voor zijn eigen hachje: hij heeft weinig durf, hij is bang, dat hij zelf gevaar loopt.

Zijn hachje ergens bij inschieten

Iets met de dood bekopen

Er het hachje bij inschieten

Het met de dood bekopen

Een hachje met iemand kluiven

Een zaak met iemand uitvechten

Er zijn hachje bij inschieten

Het woord ‘hach’ of ‘hachje’ heeft twee verschillende betekenissen, nl. gevaar (vgl. hachelijk) en een stuk, een brok, een lekker beetje. Vgl. Langendyk: ‘Een hagje ham’. Vgl. ook
toon meer resultaten