Grijs haar, wijs haar
Eerbiedig de ouderdom; ook: oude mensen hebben veel ondervindingZo grijs als een duif
Zeer grijsZo grijs als een duif
Buitengewoon grijs. Wordt van bejaarde mensen gezegd, in het algemeen van mensen met grijs haarDat ziet er grijs uit
Dat ziet er slecht uitHet is toch grijs ook
Het is heel erg, het is bar, het is een schande. De herkomst is niet geheel opgehelderddat muisje zal een staartje hebben
dat kleine ongelukje zal erg grote gevolgen hebben.Dat muisje zal een staartje hebben
Die zaak zal nog onaangename gevolgen hebbenDat muisje zal een staartje hebben
Die zaak zal grote (onaangename) gevolgen hebbenDat muisje zal een staartje hebben
(De muis heeft een staart, die veel langer is dan het diertje zelf.)Dat muisje heeft nog een staartje
Die zaak krijgt nog een onaangenaam vervolgGroen van jaren, grijs van zeden
Nog jong en toch al levenswijs’s Nachts zijn alle katten grijs
In het donker kan men niet over de schoonheid oordelenDat muisje krijgt nog wel een staartje
Die zaak zal nog gevolgen hebbenErgens een muisje van hebben horen piepen
Ergens iets van gehoord hebbenDoor de ouderdom wordt de wolf grijs
Op latere leeftijd heeft men niet meer zoveel lust tot het uithalen van allerlei strekenDoor de ouderdom wordt de wolf grijs
Door de ouderdom worden de deugnieten soms braafDoor de ouderdom wordt de wolf grijs
Als een deugniet oud wordt, verliest hij veel van zijn ondeugdenHij heeft er een muisje van horen piepen
Hij heeft er bij geruchte iets van gehoordIk heb er een muisje van horen piepen
Ik heb er iets van gehoordDat muisje zal nog wel een staartje hebben
Wordt gezegd van een zaak die (meestal onaangename) gevolgen na zich sleept, evenals een kleine muis een vrij lange staart heeft, die men, als het diertje ineengedoken zit, er niet achter zou vermoede...Lees meer
Hij heeft een grijs haar in zijn staart
Hij krijgt (heeft) vreemde manierenJong grijs kan men buigen, oude bomen niet
In de jeugd moeten de gebreken uitgeroeid worden, want op latere leeftijd zal dat moeilijk vallen. Cicero (Philippica, 5, 11) geeft: ‘Omne malum nascens facile opprimitur, inveteratum fit plerumque ro...Lees meer