Hij gooit hoge ogen
Hij heeft veel kans zijn doel te bereikenEr gooit zijn geld te grabbel
Hij leeft zeer verkwistendHij gooit de troffel in de kalkbak
Hij zegt zijn beroep vaarwelHij gooit de troffel in de kalkbak
Hij zegt zijn beroep vaarwel, omdat hij genoeg verdiendHij gooit zijn achterste tegen de krib
Hij weigert om nog verder mee te werken; hij verzet zichHij gooit er met de muts naar
Hij verricht zijn werk zeer onzorgvuldigHij gooit zijn geld in het water
Hij geeft zijn geld uit aan allerlei nutteloze zakenHij gooit het hooi niet over de balk
Hij is niet verkwistend, leeft op bescheiden voetHij gooit het hooi niet over de balk
Hij is niet verkwistend, hij leeft op bescheiden voetAls het varken zat is, gooit het de bak om
Wie gekregen heeft wat hij wilde, is vaak ondankbaar ('zat' in de betekenis van: verzadigd)Als het varken zat is, gooit het de bak om
Als iemand dankzij de hulp van anderen zijn doel heeft bereikt, is hij dikwijls zeer ondankbaarHij keen een dubbeltje drie maal om en gooit een gulden weg
Hij is zuinig met kleine dingen, maar met grote zaken is hij zeer verkwistendDie een steen naar de hemel gooit, krijgt hem zelf op het hoofd
Het kwaad straft zichzelfDe kaars uit, schaamte uit
Alle schaamte is afgelegdPunt ... uit!
Afgelopen, geen gezanik meerUit kortswijl
‘Kortswijl’, van Mnl.: cortswile, Odu.: kurzwile (Noorddu.: Kurzweil), wat de tijd kort (vgl.: een wijle, een ogenblik; voorts: verwijlen, verblijven, kort vertoeven). Het woord is een zelfde samenste...Lees meer