Oorspronkelijk: ergens geen been in vinden. Been in vlees is een zekere vorm van tegenstand, een bezwaar dat men bij het eten ervan ondervindt; vlees zonder been daarentegen is gemakkelijk te verorberen. De uitdrukking wil dan ook in figuurlijke zin zeggen: ergens geen bezwaar in zien, geen zwarigheid maken om iets te doen. Vaak in toepassing op iets, dat min of meer verboden is. Hooft zegt in een brief aan Huyghens: ‘dat de fijnste roomschgezinde niet, op een goeden Vrydagh zelfs, daar been in vinden zoude’. Voorbeeld: ‘Geloof maar vrij, dat hij er geen been in ziet zijn boeltje stiekem te verkopen en ervandoor te gaan’