Spreekwoorden en gezegden met 'eks'

Iemand op zijn eksterogen trappen

Iemand beledigen, pijnigen

Een eksteroog in zijn keel hebben

Sterk drinken, een dronkaard zijn

Ge zit hier in geen eksternest

Zo slecht is ’t hier nog niet

Een eksteroog in zijne keel hebben

Een drinkebroer zijn

Dansen gelijk een ekster

Trippelen van ongeduld

Klappen als een ekster

‘Klappen’, Znl. voor: praten, babbelen, oververtellen, verklikken (vgl.: achterklap). Onomatopee van: kleppen. De uitdrukking bedoelt: praten zonder verstand, zonder nadenken, er maar op los kletsen

Je zit hier niet in een eksternest

Je hebt het nog niet zo kwaad

Wat van eksters komt, huppelt graag

Kinderen aarden naar hun ouders

Wat van eksters komt, huppelt graag

Kinderen lijken in hun doen en laten doorgaans op hun ouders

Wat van eksters komt, huppelt gaarne

De mens verloochent niet licht de hoedanigheden, hem door zijn afkomst aangeboren

Wat van eksters komt huppelt geerne

Kinderen zijn als hun ouders

Van eksters en kraaien wordt men beschetterd

Trek je niets aan van de kletspraatjes van babbelzieke lieden

Van eksters en kraaien wordt men beschetterd

Doe wel en zie niet om, want alleen door slechte mensen wordt men belasterd

Van eksters en kraaien wordt men beschetterd

Alleen door slechte mensen wordt men belasterd

Door eksters en kraaien wordt men beschetterd

Het zijn alleen maar jaloerse mensen en dwazen, die iemand anders beschimpen

De ekster kan het huppelen niet laten

Men handelt steeds volgens zijn aard

De ekster kan het huppelen niet laten

Ieder volgt zijn aard

De ekster wil zingen tegen de nachtegaal

De domme wil meer dan hij kan

De ekster wil zingen tegen de nachtegaal

Domme mensen willen slim zijn; ieder wil zich boven zijn stand verheffen

Hij is zo vlug als een ekster

Hij is erg vlug

De ekster kan het hippelen niet laten

Men verloochent zijn natuur niet

Hij kan het als een ekster het huppelen

Hij is daar zeer bedreven in

leder boer meent, dat zijn ekster een gans is

Ieder houdt het zijne voor het best (b. v. zijn kinderen voor de beste, enz.)

Iedere boer meent dat zijn ekster een gans is

Ieder houdt zijn kinderen voor de beste

Iedere boer meent dat zijn ekster een gans is

Ook: Elk meent zijn uil een valk te zijn

Er is geen ekster, of zij heeft wat bonts

Niemand verloochent zijn aangeboren hoedanigheden