Een boer laten
Hoorbaar oprispen. Volgens sommigen zo genoemd, omdat men dergelijke onbeschaafde geluiden alleen van ‘boeren' verwachten kon. Volgens anderen heeft het evenwel niets uit te staan met boer als landbouwer. De naam zou niets anders zijn dan een klanknabootsing van het geluid. Bij Stoke (IX, 636) vinden we: 'Doe dede men teyken ende boer’, d.i.: toen gaf men door zichtbare en hoorbare tekenen te kennen. Ook in de Mor iaën en in Carel ende Elegast komt het in die zin voor. Waarschijnlijk ook staat het in verband met het oude 'bore', Mdu.: bur, verhevenheid (vgl. Du.: empor), dat op zijn beurt weer is thuis te brengen bij 'beren': dragen