Een achterdeurtje openhouden
Als de rechtmatige deur voor uit- en ingang geldt de voordeur van het huis. Daarentegen is de achterdeur een beeld voor datgene, wat heimelijk, steelsgewijze naar buiten en naar binnen gesmokkeld wordt, wat iemand tot uitvlucht, verontschuldiging of tot ontsnapping aan zijn tegenstander kan dienen. Zoals Goethe in zijn Kleurenleer tegen Newton aanvoert: ‘Hoe komt nu op eenmaal dat wit door de achterdeur binnen?'