‘Echec’, Fra. voor: schaak, verlies, schade, schok. ‘Tenir en échec’, in bedwang houden, beteugelen; ‘Échec et mat’, schaakmat. Echec lijden is de vertaling van: ‘Éprouver un échec’. Oorspronkelijk verstond men onder ‘échec’ de zet, waardoor men de koning in het schaakspel vastzet. De uitdrukking betekent dan eigenlijk ook hetzelfde als: schaakmat zetten. De nederlaag lijden, verliezen, niet slagen