Waaghals, wie haar durft omvangen!

Want haar hand is geen fluweel

Waaghals, wie haar durft omvangen!

Schorre strijkstok op de veêl (vedel)

Waaghals, wie haar durft omvangen!

Van een paar gebaarde wangen

Waaghals, wie haar durft omvangen!

Speelt zij rechts en links maar toe!

Hij durft niet voor zijn geloof uitkomen

Hij heeft de moed niet zijn overtuiging uit te spreken

Jan durft-niet doet zelden een goede markt

Wie steeds bang is om iets te wagen, zal zelden voordelige zaken doen

Daar durft hij zijn vinger voor op te steken

Daar staat hij volledig voor in

Menigeen zendt zijn hond, daar hij zelf niet komen durft (of: wil)

Zaken, die men zelf niet durft (wil) behandelen, laat men

Menigeen zendt zijn hond, daar hij zelf niet komen durft (of: wil)

meestal aan anderen over