'Diender’, agent van politie. Een ‘dooie diender’ is iemand: waar niks an is, dwz. die nergens aan mee kan doen, iemand, waarin weinig leven, weinig tierigheid zit, die zich slecht weet te vermaken. W... Lees meer
Geheel alleen, moederziel alleen. ‘Dooie’ heeft hier vermoedelijk de betekenis van ‘saaie’. (Vgl. dooie boel, voor saaie boel, dooie diender, voor saaie vent, e.d.)
Wordt (soms verwijtend) gezegd wanneer iemand zich niet bijzonder haast terwijl er wel haast is; iets met de grootste kalmte af doen, ergens alle tijd voor nemen
Volstrekt niet; in geen geval, al zou men erom moeten sterven. Vgl. Tuinman (II, 236): ‘Dit drukt uit eene zeer groote onverzettelijkheid, om iets te doen. ’t Is dan te zeggen: hij wil dat niet nalate... Lees meer
Zich blij maken met iets dat niets betekent; eigenlijk: in de veronderstelling verkeren dat die dooie mus nog leeft. Menen dat men iets werkelijk bereikt heeft, terwijl dit toch volstrekt niet het gev... Lees meer
'Boel', samentrekking van boedel, inboedel. Het is een Mnl. woord, van Osaks.: 'bodlos'; Ags.: 'botl'; van Mnl. ‘boede, buode' enz., dat: woonstee, hut betekent; het woord 'bouwen' is er ook aan ontle... Lees meer
De meeste uitdrukkingen met 'boel' behoeven geen nadere toelichting. 'Belabberd' komt van: 'labber', een zeemansterm voor zwak (vgl. labberkoeltje: zwakke wind)