Er dik in zitten

Welgesteld zijn, veel geld bezitten. Eigenlijk gezegd van een schaap, dat dik in de wol zit. Vandaar ook: er warmpjes in zitten. Zo kreeg ‘dik’ de betekenis van: overvloedig, zeer, in hoge mate

Dik in de beren zitten

Veel schulden hebben

Dik in orde komen (zijn)

Stipt uitgevoerd zullen worden; regelmatig zijn

Donderweer in juni maakt het koren dik

Lelijk weer in juni is goed voor de boer

Ze zijn er zo dik gelijk de advokaten in de helle

In grote menigte

Zich (niet) dik maken

Zich (niet) boos maken, zich (niet) opblazen, onder alles (niet) even kalm blijven

door dik en dun gaan

voor zijn vriend gaat hij door dik en dun: voor zijn vriend heeft hij alles over.

Door dik en dun gaan

Ergens op afgaan zonder zich iets van hindernissen aan te trekken

Door dik en dun gaan

Op zijn doel afgaan, zonder op hindernissen te letten of iets te ontzien

Dat is dubbel en dik

Dat is meer dan genoeg

De kaas te dik snijden

Te veel geld uitgeven

De koek te dik snijden

De zaken te fors aanpakken

Zich dik maken over iets

Boos erover worden, zich opwinden

Er (duimen) dik bovenop liggen

De bedoeling treedt duidelijk aan de dag, men bemerkt direct het bedrog enz

Zo dik als een beer

Wordt gezegd van een kind, dat er welvarend uitziet. Veel gebezigde uitdrukking: een dikke beer. Ook: een beer van een jongen

Zo dik als een pad

Wordt gezegd van of door iemand, die veel gegeten heeft

Zo dik als een pot

Wordt veelal gezegd van een zwaar betrokken lucht, een dicht wolkendek

Van dik hout zaagt men planken

Als het nodig is, moet men gevoelig optreden

Van dik hout zaagt men planken

Hij krijgt een flink pak slaag

Van dik hout zaagt men planken

Wie het breed heeft, laat het breed hangen; wordt ook gezegd als men een zaak krachtig aanpakt

Van dik hout zaagt men planken

Wie het breed heeft, laat het breed hangen. Wordt ook gezegd wanneer een zaak krachtig wordt aangepakt, wanneer men voortvarend is

van dik hout zaagt men planken

die kwajongen werd flink onder handen genomen, dat ging van dik hout zaagt men planken.

van dik hout zaagt men planken

gezegd als iemand iets op voortvarende maar grove wijze aangepakt

Dun van leer, dik van smeer

Gezegd van een dunne boterham die dik gesmeerd is

Dat ligt er duimen dik bovenop

Dat is heel duidelijk
toon meer resultaten