De val van dat huis was groot
Ontleend aan Matth. 7 : 26-27: ‘En een iegelijk, die deze Mijne woorden hoort, en ze niet doet, die zal bij een dwaze man vergeleken worden, die zijn huis op zand gebouwd heeft. En de slagregen is nedergevallen en de waterstromen zijn gekomen, en de winden hebben gewaaid, en zijn tegen dat huis aangeslagen, en het is gevallen, en zijn val was groot’. Wordt soms overdrachtelijk gebezigd wanneer een maatschappelijke instelling of iets van dien aard failliet gaat