De tand des tijds heeft eraan geknaagd
Deze zegswijze is ontleend aan Shakespeares Maat voor maat (5, 1), waar gesproken wordt van ‘Tooth of time’. Ze was een in de 18de eeuw zeer geliefde beeldspraak. Niettemin was ze ook in de oudheid bekend. Ovidius spreekt er althans reeds in zijn Metamorphoses (8,235) van, Cicero spreekt van ‘de tand van de nijd’ en Simonides van Reos (ca. 468 v. C.) spreekt van ‘de scherptandige tijd’. Men bezigt de uitdruk-