• Home
  • Inloggen
  • Onderwijs
  • Over
  • Geschiedenis
  • Kiosk
  • Contact
  • Manifest

ENCYCLOPEDIE SINDS 1946

 

Spreekwoorden zoeken

De hand ophouden

Om een fooi, aalmoes, onderstand vragen. Vgl. A.M. de Jong, Merijntje Gijzens jeugd: ‘Ze waren arm en bleven arm, en in hun eigen oogen behoorden ze wellicht nog tot de tamelijk welgestelden; ze behoe...
Lees meer

Zijn kak ophouden

Zijn plannen niet ten uitvoer brengen

Zijn stand ophouden

Zich niet ‘verlagen' tot een mindere stand

De houten broek

Schertsende benaming voor: preekstoel. Een nog minder eerbiedige is: waskuip

Van geen ophouden weten

Dit kan zijn: met het werk, met het plagen enz

Iemand de mond ophouden (of: openhouden)

Hem onderhouden

de broek aan hebben

die vrouw heeft de broek aan: zij is de baas, haar man heeft weinig of niets te vertellen.

Iemand de broek afdoen

Iemand een gek figuur laten slaan

Iemand de broek opbinden

Iemand berispen, op zijn plicht wijzen

Iemand de broek opbinden

Iemand onder handen nemen, hem te lijf gaan

Iemand de broek opbinden

Iemand berispen, tot zijn plicht brengen. Vermoedelijk is de oorspronkelijke betekenis: iemand als kind behandelen, vandaar: mores leren

De grote broek aantrekken

Brutaal optreden

De broek aan hebben

De broek (althans de bovenbroek) is een bij uitstek mannelijke dracht, en van een man wordt verwacht dat hij flink is. Van een vrouw die in huis de flinkheid van de man overneemt, wordt gezegd dat zij...
Lees meer

Poep-in-de-broek

Een poep-in-de-broek zijn. Een bangerd zijn. Bekend is dat sommige mensen, wanneer ze beangst zijn (bijv. bij inbraken) hun behoefte doen

Hij moet zijn hand ophouden

Hij moet bedelen om aan de kost te komen

Als de boeren ophouden met klagen vergaat de wereld

Men is zo gewend dat de boeren klagen dat, wanneer zij dit niet (meer) doen, er beslist rare dingen op komst zijn

iemand achter de broek zitten

vader zat zijn zoon achter de broek toen deze vlak voor zijn examen zat: vader spoorde zijn zoon aan hard te werken voor zijn examen.

Dun door de broek lopen

Lelijk tegenvallen, verkeerd aflopen

Dun door de broek lopen

Hetzelfde als: lelijk zullen opbreken, ergens schade van zullen ondervinden. De zegswijze is waarschijnlijk ontleend aan de drang tot ontlasting bij angst

Iemand achter de broek zitten

Iemand voortdurend bekritiseren

Iemand achter de broek zitten

Iemand tot spoed aanmanen, vooral iemand die van nature nogal langzaam is, die geen haast maakt met werken, studeren, nakomen van zijn beloften e.d

Een mier in de broek hebben

a Niet stil kunnen zitten;

Een mier in de broek hebben

b nerveus zijn

Zijn vrouw heeft de broek aan

Zijn vrouw is de baas in huis

De grote broek al aan hebben

Gezegd van een opgeschoten jongen, die zijn korte broek heeft geruild voor de lange en dus mee gaat tellen
toon meer resultaten

ENCYCLOPEDIE SINDS 1946

  • Home
  • Inloggen
  • Onderwijs
  • Over
  • Geschiedenis
  • Kiosk
  • Contact
  • Manifest
  • Word vriend
  • Woorden beginnend met
  • Synoniemen
  • Spreekwoorden
  • De of Het
  • Schrijvers
  • Afkorting
  • Vervoegen
© 2025 Ensie | Hosted by Rootnet

Inloggen

Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.

Toevoegen aan favorieten?

Favorieten

Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:

  • Je eigen Ensie account
  • Direct toegang tot alle zoekresultaten
  • Volledige advertentievrije website
  • Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk

Klik hier om vriend te worden