Spreekwoorden en gezegden met 'biecht-op'

De ‘biecht’ of het ‘sacrament der boetvaardigheid’ is een geloofshandeling in de R.K. Kerk. Het woord ‘biecht’ is van Mnl.: bi en giën, zeggen, spreken, belijden. Uit de Kerk is het woord in de omgang...
Lees meer

Uit de biecht klappen

Een geheim verder vertellen

Uit de biecht klappen

Een geheim verraden

Uit de biecht klappen

Geheimen oververtellen

Uit de biecht klappen

Letterlijk: het biechtgeheim schenden. Overdrachtelijk: geheimen oververtellen

Iemand de biecht voorlezen

Iemand op zijn plichten wijzen

Iemand de biecht voorlezen

Iemand zijn plicht voorhouden, hem zeggen waaraan hij zich te houden heeft

Iemand de biecht afnemen

Iemand nauwgezet ondervragen

Gene vodden in de biecht

Eerlijk zijn mening zeggen

bij de duivel te biecht gaan

als je naar hem toegaat, dan ga je bij de duivel te biecht: dan ben je bij de verkeerde persoon, dan vertel je iets aan iemand die niet te vertrouwen is.

Bij de duivel te biecht gaan

Een vijand in vertrouwen nemen

Bij de duivel te biecht gaan

Inlichtingen vragen op de verkeerde plaats; raad vragen bij zijn vijanden; aan een vijand zijn geheimen toevertrouwen

Bij de duivel te biecht gaan

Aan een onbetrouwbaar mens of aan zijn vijand zijn geheimen toevertrouwen; bij iemand om hulp en troost gaan, die ons leed verergert. Vermoedelijk slaat de uitdrukking op Luc. 4, handelende over de ve...
Lees meer

Bij de duivel te biecht gaan

Uit de middeleeuwen dateert een spotprent, die een wolf voorstelt, die een schaap de biecht afneemt, en waaronder de woorden

Bij de duivel te biecht gaan

Zijn geheimen aan iemand doorgeven, die er misbruik van maakt; zijn verzoek tot iemand richten die zelf belanghebbende (partij) is. Reeds in de middeleeuwen was een liedje bekend, dat luidde

Op is op

Waar geen geld meer is, valt ook niets meer te halen

op stang

iemand op(de) stang rijden (jagen).niemand nauwkeurig in de gaten houden, iemand steeds controleren.

Kop op!

Houd er de moed maar in, niet gebukt gaan onder de zorgen of tegenslagen

Er op slaan lijk op een kafzak

Er flink op slaan

Ergens op parasiteren (ook: op iemand parasiteren)

‘Parasiteren’, van Gr.: para, tegen, dichtbij, naast, en: sitos, spijs. Eigenlijk: mede-eten. Men bedoelt met de uitdrukking leven ten koste van iemand of op iemands kosten

Op is op en weg is weg

Wordt - veelal tegen kinderen - gezegd wanneer er geen geld meer is om iets te kopen, of wanneer iets op is. Vgl. Plautus, Cistellaria (4, 2, 36): ‘Quod periit, periit’, d.i.: wat weg is is weg