• Home
  • Inloggen
  • Onderwijs
  • Over
  • Geschiedenis
  • Kiosk
  • Contact
  • Manifest

ENCYCLOPEDIE SINDS 1946

 

Spreekwoorden zoeken

ruim baan maken

de mensen maakten ruim baan voor de ziekenauto: ze maakten de weg vrij, ze gingen aan de kant.

Vrij baan maken

Belemmeringen opruimen

De baan breken

Iets goeds voorbereiden

Ruim baan maken

De weg vrij maken van belemmeringen, een doortocht banen

Ruim baan maken

Iemand alle gelegenheid verschaffen tot hetgeen uit het verband blijkt: de weg vrijmaken van belemmeringen. De zegswijze dateert uit de 17de eeuw

Zijn baan schoonvegen

Letterlijk: de sneeuw wegvegen van de ijsbaan. Figuurlijk: zich van schuld vrijpleiten

De baan schoon zien

De gelegenheid als gunstig beschouwen

De baan warm houden

Voortdurend zich met iets bezighouden. (letterl.: veel op schaatsen zijn)

De baan warm houden

In dezelfde bezigheid volharden. Anderen (Winschooten) denken meer aan een glijbaan: ‘zonder ophouden en met iever, den een voor den ander naa langs de baan glijden; hetwelk ook tot andere saecken doo...
Lees meer

Iem. ruim baan geven

Iemand alle gelegenheid verschaffen tot hetgeen uit het verband blijkt

Zich ruim baan maken

Alles wat hindert, uit de weg ruimen

De baan is schoon

Niemand staat in de weg, dus de gelegenheid is gunstig. In vroeger eeuwen sprak men van: de baan is klaar (in de betekenis van: helder, schoon)

Van de baan zijn

Letterlijk: bij de wedstrijd op de baan uitgeschakeld zijn. Mogelijk is deze uitdrukking ontleend aan Jes. 30: 11

De straat (of: baan) meten

Zwaaiend van dronkenschap over de straat zwalken

Zij gaat de baan op

Zij gaat het slechte pad op. Ook: Zij leidt een onzedelijk bestaan

Iemand van de baan knikkeren

Iemand pootje lichten

Zijn baan is ten einde

Het is afgelopen met hem

Op de lange baan schuiven

Uitstellen

De baan voor iemand vegen

Ruimte voor iemand maken

Weer op de baan zijn

Weer hersteld en aan het werk zijn

Iets op de baan brengen

Iets op het tapijt brengen, iets te berde brengen

Een baan bekleden (krijgen, verliezen)

‘Baan’ (of baantje) heeft hier de betekenis van: betrekking, werkkring, bezigheid. In hoeverre men hier zou moeten denken aan een ijsbaan, een touwbaan of iets van dien aard, is niet met zekerheid te ...
Lees meer
toon meer resultaten

ENCYCLOPEDIE SINDS 1946

  • Home
  • Inloggen
  • Onderwijs
  • Over
  • Geschiedenis
  • Kiosk
  • Contact
  • Manifest
  • Word vriend
  • Woorden beginnend met
  • Synoniemen
  • Spreekwoorden
  • De of Het
  • Schrijvers
  • Afkorting
  • Vervoegen
© 2025 Ensie | Hosted by Rootnet

Inloggen

Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.

Toevoegen aan favorieten?

Favorieten

Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:

  • Je eigen Ensie account
  • Direct toegang tot alle zoekresultaten
  • Volledige advertentievrije website
  • Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk

Klik hier om vriend te worden