Een appelflauwte krijgen
‘Appelflauwte’: bezwijming, licht voorkomende flauwte, waardoor men bleek en onpasselijk wordt, doch zonder in volle onmacht te vallen. Veelal met het bijdenkbeeld, dat het een voorgewende aandoening,...Lees meer
Dat zijn appelkoekjes
Dat is flauwe kulDat is geen appelepap
Dat is geen kleinigheidDat is geen appelepap
De oorsprong van ‘appelepap’ is niet bekend. Vermoedelijk is het een eufemisme voor ‘kattedrek’. welk woord in gelijke zin gebezigd wordt. De uitdrukking bedoelt: daar moet je niet zo min over denkenSolitudinem faciunt, pacem appellant
Zij scheppen een woesternij en noemen het vredeDie appels voert, appels eet
Wie gelegenheid heeft om zich te bevoordelen, maakt er gebruik vanGoede appetijt doet eten
Als je trek hebt, eet je welDat zijn maar appelkoekjes
Dat is fopperijLibido effrenata effrenatam appetentiam efficit
Tomeloze hartstocht leidt tot ontembare begeerteWie appelen vaart, die appelen eet
Iemand die bepaalde werkzaamheden voor een ander moet verrichten, geniet daar doorgaans zelf ook vanGoede appetijt doet wel eten
Alles smaakt goed als men honger heeftDeze appeltjes hebben gouden stelen
Deze daad komt u duur te staanEen appelboom kan geen peren voortbrengen
Kinderen aarden naar hun oudersEen appelboom kan geen peren voortbrengen
De kinderen aarden gewoonlijk naar hun oudersHij heeft last van het appelmannetje
Hij is ziek omdat hij te veel gegeten heeftHet appelmannetje komt om zijn geld
Ge zijt ongesteld door ’t eten van te veel fruitHet appelmannetje komt om zijn geld
Zegswijze, die men in Noord-Nederland zelden, maar in Zuid-Nederland nog vrij regelmatig hoort gebruiken. Men zegt het tot jongens, die ziek zijn nadat zij te veel onrijp fruit hebben gegeten. Guido G...Lees meer