Gekscherend gezegd van iemand die dapper is met de mond en er theoretisch op af wil vliegen, maar zich liever niet in werkelijk gevaar begeeft; vnl. gezegd wanneer het tot een handgemeen dreigt te kom... Lees meer
‘Frapperen’, van Fra.: frapper, letterlijk: slaan, figuurlijk: indruk maken, bevreemden, treffen. Derhalve: het bevreemdt me, het valt mij op, het trekt mijn aandacht. Een ‘frappant staaltje’ is dus e... Lees meer
Vermoedelijk ontleend aan Job 29:2, welke tekst luidt: ‘Och, of ik ware gelijk in de vorige maanden, gelijk in de dagen toen God mij bewaarde’. Vgl. ook 1 Sam. 30:23
Angst wordt hier voorgesteld als een fysieke verschijning, die tegen ons op komt kruipen. Uiteraard heeft men de uitdrukking overdrachtelijk te verstaan in de zin van: ik begin meer en meer angst voor... Lees meer
Wordt gezegd door iemand die wat op zijn kerfstok heeft, doch zich door het een of ander middel (omkoping, bevoorrechting e.d.) heeft weten veilig te stellen
Ook: de handen jeukten me. Letterlijk: ik heb een tinteling in mijn vingers, zodat ik ze onmogelijk stil kan houden. Overdrachtelijk voor: niet na kunnen laten iemand een klap te geven. Soms ook voor:... Lees meer
NI. de vijf vingers of de hele hand, ten bewijze dat het goed gemeend is, en niet koel of afgemeten een paar vingers, zoals uit onverschilligheid of hooghartigheid vaak geschiedt
Een der vele uitdrukkingen ontleend aan het Amsterdams. Wordt veelal gezegd wanneer men het een of ander gaarne wil hebben zonder kans het te krijgen. Vermoedelijk ontleend aan een Amsterdams straatli... Lees meer
Grote lust hebben om iemand of iets aan te pakken; in het bijzonder om iemand een pak slaag te geven. Vroeger sprak men ook van: de spieren jeuken me. Het beeld is overigens min of meer retorisch
Hetzelfde als: ik mag doodvallen . . . Meestal gevolgd door: als het niet waar is, of: als daar X niet aankomt, en soortgelijke zaken die men sterk wil bevestigen
Naar de in de middeleeuwen gangbare mening brak, scheurde of spleet het hart (in tweeën) bij of kort vóór het sterven. Thans nog alleen gebezigd in dichterlijke taal, wanneer zwaar, hevig lijden wordt... Lees meer
Dat laat me volmaakt onverschillig, ik word er niet heet of koud van. Niet bevreesd zijn voor de gevolgen of consequenties van iets; onverschillig zijn hoe een ander over iets denkt. Wanneer men zich ... Lees meer
‘Iemand iets kwalijk nemen’ wil zeggen: hem iets ten kwade duiden. In de 17de eeuw sprak men van: iets onwaardig nemen, iets kwalijk af nemen. Het woord is geassimileerd uit: kwadelijk. Op de vraag: o... Lees meer