Als de berg niet bij Mohammed komt, zal Mohammed wel naar de berg gaan
De bedoeling is: indien hetgeen ik zoek niet naar mij komt, moet ik er zelf heengaan om het te krijgen; indien wij niet kunnen zoals wij wensen, moeten we doen wat we kunnen. Toen Mohammed voor het eerst zijn ideeën verkondigde, vroegen de Arabieren bovennatuurlijke proeven van zijn goddelijke zending. ‘Mozes en Jezus’, zo zeiden zij, ‘brachten wonderen tot stand, tot staving van hun goddelijke autoriteit, en als Gij inderdaad de profeet van God zijt, doe dan desgelijks’. Mohammed antwoordde hierop: ‘Het is God verzoeken, zoiets te doen, en Hij zal zeker Zijn plagen zenden, zoals bij Farao’. Niet voldaan over dit antwoord, beval hij de berg Safa tot hem te komen, en toen deze - uiteraard - niet aan zijn bevel voldeed, riep hij uit: ‘God is genadig. Had de berg voldaan, dan zou hij op ons gevallen zijn en ons hebben bedolven. Ik zal daarom naar de berg gaan en God danken, dat Hij nog genade verleent aan dit hardnekkig geslacht’. Deze legende - want dat is het - is ontleend aan de in 1631 samengevatte Arabische anekdoten van Chodja Nasreddin Dschocha er Rumi, de Uilenspiegel van de mohammedanen