Afwezig zijn

Met zijn gedachten elders vertoeven

Aanstoot geven

Door gedrag een ander in zijn gevoelens kwetsen

Kamp geven

De strijd opgeven

Speldeprikken geven

Kleine hatelijke opmerkingen tegen iemand maken

Gers geven

Haastig werken

geen krimp geven

bij de worsteling gaf hij geen krimp: hij gaf het niet op, hij hield vol.

de nekslag geven

die zaak zat al in moeilijkheden, maar de verschrikkelijke brand gaf de nekslag: door de brand werden de problemen zo groot, dat de zaak niet meer kon draaien.

iemand troef geven

iemand afstraffen, iemand op een duidelijke manier vertellen dat het verkeerd is wat hij zegt of doet.

De geest geven

Sterven

Geven armt niet

Door iemand anders in zijn rijkdom te laten delen, wordt men zelf niet armer

Iemand kappen geven

Iemand op een bedekte manier de waarheid zeggen

Iemand kersen geven

Iemand een pak slaag geven

Iemand kersen geven

Hem zijn vet geven

Geen kik geven

Niet het minste geluid maken

Geen kik geven

Maar hoeven te kikken

Geen kik geven

Niet durven kikken

Geen kik geven

‘Kikken’, vermoedelijk aan het kwaken der kikkers ontleend. Het Du. kent dan ook het woord ‘kickern’. Geen geluid geven, niets zeggen

Geen krimp geven

Niet toegeven

Iemand kwartier geven

Iemand in de strijd gevangen nemen maar toch laten leven

Iemand laudanum geven

Iemand zodanig vleien, dat hij geneigd is alles te geloven

Iemand pandoer geven

Iemand een pak slaag geven

Iemand peper geven

Iemand een pak slaag geven

Iemand peper geven

(Z. N.) Hem afranselen

Iemand rem geven

Iemand een pak slaag geven

Iemand smeer geven

Iemand een pak slaag geven

Iemand smeer geven

Iemand afranselen
toon meer resultaten