Het tij is verlopen

De goede gelegenheid is voorbij

Het tij laten verlopen

De gelegenheid laten voorbijgaan

Het tij wacht op niemand

Niemand kan zijn dood ontlopen

Alle tij heeft zijn weertij

Elke medaille heeft haar keerzijde; ook: alles is aan verandering onderhevig; ons leven is onbestendig

Men vangt een hoen met tij-tij-ten, niet met gooien, noch met smijten

Men wint meer met zachtheid dan met geweld

Hij weet tijd en tij te kavelen

Hij weet van het juiste moment gebruik te maken

Een tij over de kabel laten gaan

Niet aanstonds vertrekken; plakken

Hij weet zijn tij wel te kavelen

Hij weet zijn slag te slaan; hij weet zijn tijd goed waar te nemen

Als het tij verloopt, verzet men de bakens

Bij veranderde omstandigheden moet men andere maatregelen nemen

als het tij verloopt, moet men de bakens verzetten

als de omstandigheden veranderen, dan moet je de zaken anders aanpakken.

Dode vissen zijn het die meedrijven met het tij

Zij die met alle winden meedraaien en niet voor hun overtuiging durven uitkomen, zijn van weinig betekenis voor de samenleving