De zedelijke invloed, waardoor iemand een ander tot zich trekt of zich tot hem aangetrokken gevoelt; het gevoel van overeenstemming, dat personen tot elkaar brengt en hun wederkerig belangstelling en ... Lees meer
Iemand ten onrechte, valselijk ergens van beschuldigen ; iets doen beklijven door het te zeggen aan een ander, dus: het hem sprekende aanwrijven, ten laste leggen, ervan betichten, beschuldigen, inzon... Lees meer
Eigenlijk: in een vergadering schriftelijk te kennen geven of in de notulen vermelden, dat men zich met een genomen besluit niet kan verenigen, en de medeverantwoordelijkheid daarvoor niet op zich nee... Lees meer
'Blaken’, hoewel meestal betekenend: branden, gloeien (zie: van ijver, strijdlust blaken), wordt het soms ook gebruikt in de zin van: blinken, schitteren. In deze zin zal het bedoeld zijn in deze uitd... Lees meer
Ontleend o.m. aan Marc. 5 : 9 en Luc. 8 : 30. Als Jezus aan de boze geest, die in een bezetene gevaren was, vraagt: ‘Welke is uw naam?’, luidt het antwoord: ‘Mijn naam is legio, want wij zijn velen!’ ... Lees meer
Dit zegt de moeder tot het vermoeide kind, wanneer het tijd wordt dat het naar bed gaat. De ogen van het kind gaan dicht, alsof er zand in is gekomen. Dit is geen zinledige praat, maar heeft fysieke a... Lees meer
Volgens het taalkundig tijdschrift Noord en Zuid (1888) is ‘opvoeren’ een scheepsterm, en duidt aan: doen achteruit varen. Geheel in overeenstemming met deze uitdrukking is deze verklaring niet. Ze be... Lees meer
‘Aantasten’, met de volle hand aanvatten; meestal met het bijdenkbeeld dat men dit ruw en onbesuisd doet. De oorsprong van het kwaad onschadelijk maken of wegnemen
‘Stoute’ staat hier voor: dappere. Dus eigenlijk: schoenen aantrekken die iemand dapper maken. De uitdrukking bedoelt: na aarzeling iets wagen, zich verstouten, er dapper op afgaan, al zijn moed bij e... Lees meer