Heintje Pik

De duivel

Heintje pik

Andere benaming voor de duivel. ‘Heintje’ is ook hier weer willekeurig, ‘pik’ (pek) is de grondstof die de duivel gebruikt om zijn hellevuur te stoken

Pik-donker zijn

Pik (pek) is een zwarte substantie. Hier doelt vermoedelijk de uitdrukking op

Op zijn pik getrapt

Zwaar beledigd

de pik op iemand hebben

hij heeft de pik op mij: als hij kans ziet mij te pesten, zal hij het niet laten.

Pik aan zijn gat hebben

Ergens blijven plakken (pik=pek)

De pik op iemand hebben

Iemand te pas en te onpas onaangenaamheden naar het hoofd slingeren

Een pik op iemand hebben

Volgens sommigen staat hier ‘pik’ voor ‘piek’, derhalve: de piek op iemand gericht houden. Anderen zien in dit ‘pik’ het Fra.: piqué, heimelijke haat, bedekte nijd. Weer anderen zien het woord afgelei...
Lees meer

Pik in het vuur zijn

‘Pik’ staat hier voor: pek, een zeer brandbare substantie. Derhalve: het vuur aanwakkeren. De zaak erger maken

Pik in, het is winter

Gekscherend gezegd wanneer men zich iets toeëigent dat men gebruiken kan en waarop men eigenlijk geen recht heeft, doch dat toch feitelijk niet het eigendom van een ander is. De winter is er zuiver re...
Lees meer

Met zijn pik in het zand

In een netelige situatie

Hij heeft pik aan zijn gat

Als hij in gezelschap is, weet hij nooit wanneer het tijd is om op te stappen

Vgl. het 1ste couplet van Goethes ‘Der Harfenspieler’ uit Wilhelm Meisters Lehrjahre (2, 13)

Wer nie sein Brot mit Tränen ass

Vgl. het 1ste couplet van Goethes ‘Der Harfenspieler’ uit Wilhelm Meisters Lehrjahre (2, 13)

Wer nie die kommervollen Nächte

Vgl. het 1ste couplet van Goethes ‘Der Harfenspieler’ uit Wilhelm Meisters Lehrjahre (2, 13)

Auf seinem Bette weinend sass

Vgl. het 1ste couplet van Goethes ‘Der Harfenspieler’ uit Wilhelm Meisters Lehrjahre (2, 13)

Der kennt euch nicht, ihr himmlichen

Vgl. het 1ste couplet van Goethes ‘Der Harfenspieler’ uit Wilhelm Meisters Lehrjahre (2, 13)

Mächte