Een algemeen stramien voor het ontwerp en de organisatie van leer- en ontwikkelingsprocessen binnen een bepaald vakgebied voor een langere periode.
Een leerlijn presenteert in onderlinge samenhang onder andere de volgende componenten;
- een bepaalde visie;
- een volgorde van na te streven doelen;
- inhouden;
- didactische en organisatorische richtlijnen.
Leerlijnen binnen het bewegingsonderwijs zijn onder andere: balanceren, klimmen, zwaaien, mikken, jongleren en stoeispelen.
Elke leerlijn kent een dominant hoofdprobleem. Het hoofdprobleem geeft kernachtig aan wat er in de betreffende leerlijn geleerd dient te worden. Bij de leerlijn ‘balanceren’ gaat het om het handhaven van evenwicht of om het herstellen van evenwicht. Bij ‘springen’ gaat het om afzetten om lang in de lucht te zweven. Leerlijnen zijn weer opgebouwd uit bewegingsthema's: bewegingsactiviteiten met een zelfde bewegingsprobleem. Zo bestaat de leerlijn ‘springen’ uit de bewegingsthema’s vrije sprongen, steunspringen, loopspringen, touwtje springen, verspringen en hoogspringen.