Informatie- en communicatietechnologie waarbij de computer centraal staat en dat inmiddels in elke organisatie een grote plaats inneemt. Vier belangrijke computerprogramma’s zijn:
1. Word: veelgebruikt computerprogramma van Microsoft waarmee je kunt tekstverwerken: teksten (brieven, verslagen, notulen) schrijven en opmaken (lettertype en lettergrootte, koppen, kolommen, bijvoegen van afbeeldingen of tabellen)
2. Excel: computerprogramma van Microsoft op de computer waarmee je spreadsheets (elektronische rekenbladen verdeeld in rijen en kolommen)
maakt. Excel wordt o.a. gebruikt om competitiestanden, sportprestaties of contributie bij te houden
3. Powerpoint: computerprogramma van Microsoft waarmee je presentatiemateriaal (sheets met plaatjes, grafieken en tabellen) kunt maken waardoor de tekstuele inhoud van de presentatie inzichtelijker en aantrekkelijker wordt.
4. Access: databaseprogramma van Microsoft waarmee je gegevens opslaat, bijvoorbeeld ledenadministratie.