binnengaan, binnentreden, binnenlopen, ingaan; passen, gaan; toegelaten worden, toegang hebben; zich wijden aan een beroep; entrar en religión, in het klooster gaan; beginnen (jaargetijden); beginnen zich te laten voelen, beginnen invloed uit te oefenen; entra el sueño, de slaap komt; entrar (en), gerekend worden (onder); entrar (en), zich bevinden (bij), deel uitmaken (van); mi padre ha entrado ya en los sesenta años, mijn vader is al over de zestig; binnenbrengen; a Juan no hay por donde entrarle, men krijgt geen vat op Jan; ahora entro yo, nu is het mijn beurt, mag ik nu ook eens wat zeggen? (om iemand tegen te spreken); entrar a servir, in dienstbetrekking gaan; entrar bien, goed te pas komen; no entrarle a uno una cosa, fam. iets niet goedkeuren, iets niet geloven; iets niet kunnen leren, geen hoofd hebben voor iets; no entrarle a uno una persona o cosa, fam. mishagen, antipathiek zijn; en ello ni entro ni salgo, fam. daar blijf ik buiten.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk