Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

Gepubliceerd op 18-05-2022

Cuerpo

betekenis & definitie

m. lichaam, lijf; romp; figuur, uiterlijk, (het) voorkomen; (boek)deel; wetsverzameling, corpus; grootte, afmetingen; dichtheid (van vloeistoffen); lijk; corps, vereniging; cuerpo de(l) delito, corpus delicti; cuerpo de ejército, legercorps; cuerpo de guardia, hoofdwacht; wachthuis; cuerpo de hombre, manshoogte, manslengte; cuerpo muerto, dukdalf, meerboei; a cuerpo, zonder overjas; estar, o vivir, a, o como, cuerpo de rey, o a qué quieres, cuerpo, een leventje leiden als een prins; cuerpo a cuerpo, man tegen man; ꜟcuerpo de Cristo, o cuerpo de Dios, o cuerpo de mí, o cuerpo de tal! God bewaar me! dar cuerpo, verdichten, verdikken; de cuerpo entero, ten voeten uit; de cuerpo presente, waarbij het lijk aanwezig is (lijkdienst); en cuerpo, zonder overjas; in corporatie; en cuerpo de camisa, in hemdsmouwen; en cuerpo y en alma, met hart en ziel; tomar cuerpo, toenemen, vermeerderen; con- crete vorm aannemen.

< >