De uitdrukking zout als brem (waarmee een onaangename graad van zoutheid wordt aangeduid) is een verbastering van zout als brijn; dit laatste woord betekende vroeger pekel, zout, zilt of brak water. Waarschijnlijk is het woord brijn, toen het in de algemene taal in onbruik raakte, verward met brem, de plant waarvan de bloemknoppen gezouten in de keuken werden gebruikt om een vleesgerecht smaak te geven.
In de zeventiende eeuw werden de bloemknoppen van de brem, in zout, pekel of azijn ingelegd, vooral bij varkensvlees in plaats van kappertjes gegeten.