1. Onderstelling.
2. Plaatsbekleeding. Suppositio accidentalis, Bijkomstige plaatsbeklecding. Suppositio collectiva, Verzamelplaatsbekleeding, groepsplaatsbekleeding. Suppositio confusa, Onbepaalde plaatsbekleeding. Suppositio determinata, Bepaalde plaatsbekleeding. Suppositio disiuncta, Afzonderlijk niet bepaalde plaatsbekleeding. Suppositio disiunctiva, Afzonderlijk bepaalde plaatsbekleeding. Suppositio distributiva, Eenlingswijze toepasselijke plaatsbckleeding. Suppositio distributiva absoluta, Volstrekte eenlingswijze toepasselijke plaatsbekleeding. Suppositio distributiva compieta, Volkomen eenlingswijze toepasselijke plaatsbckleeding. Suppositio distributiva exceptiva, Uitzonderende eenlingswijze toepasselijke plaatsbekleeding. Suppositio distributiva incompleta, Onvolkomene eenlingswijze toepasselijke plaatsbekleeding. Suppositio essentialis, Wezenlijke plaatsbekleeding. Suppositio formalis, Vormelijke plaatsbekleeding. Suppositio impropria, Oneigenlijke plaatsbekleeding. Suppositio logica, Redekundige plaatsbekleeding. Suppositio materialis, Stoffelijke plaatsbekleeding. Suppositio naturalis, Natuurlijke plaatsbekleeding. Suppositio particularis, Bizondere plaatsbekleeding. Suppositio particularis confusa, Onbepaalde bizondere plaatsbekleeding. Suppositio particularis disiuncta, Onbepaalde bizondere plaatsbekleeding. Suppositio particularis disiunctiva, Bepaalde bizondere plaatsbekleeding. Suppositio personalis, Persoonlijke plaatsbekleeding. Suppositio propria, Eigenlijke plaatsbekleeding. Suppositio realis, Zaaklijke plaatsbekleeding. Suppositio simplex, Enkelvoudige plaatsbekleeding. Suppositio singularis, Afzonderlijke plaatsbekleeding. Suppositio universalis, Algemeene plaatsbekleeding (DENKLEER).
