Voorzichtigheid, POTTERS II, 299. Ad prudentiam non pertinet nisi applicatio rationis rectae ad ea, de. pabus est consilium, S. THOMAS, SL'M.
THEOL. II-II, Q. 47, A. 2, AD 3, De voorzichtigheid komt niets anders toe dan de rechte rede toe te passen aan datgene wat aan overleg onderworpen werd. — Prudentia secundum essentiam suam est intellectualis virtus; sed secundum materiam convenit cum virtutibus moralibus, est enim recta ratio agibilium ..., et secundum hoc virtutibus moralibus connumeratur, S. THOMAS, SUM. THEOL. I-II, Q. 58, A. 3, AD 1, Naar haar wezenheid beschouwd, is voorzichtigheid een verstandelijke deugd, wat haar stof betreft komt ze echter overeen met de zedelijke deugden, ze is namelijk rechte maatstaf bij het handelen en wordt in dat opzicht bij de zedelijke deugden gerekend. — Prudentia facit hominem bene se habere in his, quae sunt ad finem eligenda, S. THOMAS, SUM.
C. CENT. III, 35, Voorzichtigheid brengt een mensch in de vereischte gesteltenis tegenover wat om het einddoel moet betracht worden. — Virtus moralis ordinat ad finem; prudentia autem dirigit circa ea quae sunt ad finem, S. THOMAS, COMM. IN VI ETHIC. NICOM.
LECT. II, Een zedelijke deugd richt op het einddoel; voorzichtigheid nu leidt alles wat in verhouding staat tot het doel. — Sicut scientia speculativa non potest haberi sine intellectu principiorum, ita nec prudentia sine virtutibus moralihus, S. THOMAS, SUM. THEOL. I-II, Q. 65, A. I, C, Evenals bespiegelende wetenschap niet opgaat zonder inzicht in de beginselen, evenmin gaat voorzichtigheid op zonder zedelijke deugden. — Prudentia adquisita, Aangeworven voorzichtigheid. Prudentia animalis, Dierlijke voorzichtigheid. Prudentia architectonica, Bevelvoerende voorzichtigheid. Prudentia carnis, Voorzichtigheid des vleesches, QUAADVLiET II 73. Prudentia civilis, Staatsburgerlijke voorzichtigheid. Prudentia diabolica, Eerzuchtige voorzichtigheid, duivelsche voorzichtigheid. Prudentia falsa, Valsche voorzichtigheid, QUAADVLiET II, 73. Prudentia gubernatrix, Bestierende voorzichtigheid, POTTERS v, 119. Prudentia imperfecta, Onvolmaakte voorzichtigheid. Prudentia infusa, Ingestorte voorzichtigheid. Prudentia militaris, Voorzichtigheid in het legerbestuur, QUAADVLIET II, 66, krijgsbeleid. Prudentia monastica, Persoonlijke voorzichtigheid, QUAADVLIET II, 66. Prudentia naturalis, Natuurlijke voorzichtigheid. Prudentia oeconomica, Voorzichtigheid in het huiselijk bestier, QUAADVLIET II, 66, huisbeleid, huishoudelijke voorzichtigheid. Prudentia perfecta, Volmaakte voorzichtigheid. Prudentia personalis, Persoonlijke voorzichtigheid, POTTERS V, 119. Prudentia politica, Stadhoudelijke voorzichtigheid. Prudentia regnativa, Voorzichtigheid in het staatsbestuur, QUAADVLIET II, 66, staatsbeleid. Prudentia simpliciter civilis, Staatsburgerlijke voorzichtigheid. Prudentia solitaria, Persoonlijke voorzichtigheid. Prudentia stride carnalis, Eigenlijk vleeschelijke voorzichtigheid. Prudentia supernaturalis, Bovennatuurlijke voorzichtigheid. Prudentia terrena, Aardsche voorzichtigheid, hebzuchtige voorzichtigheid.
