1. Bewijsvoering, betoog. Probatio argumentativa, Betoogende bewijsvoering. Probatio circularis, Kringloopig betoog. Probatio demonstrativa, Afdoende betoog. Probatio per se, Betoog uit den aard der dingen zelf. Probatio per signum, Betoog uit uiterlijke gegevens. Probatio probabilis, Waarschijnlijkmakend betoog. Probatio propter quid, Betoog uit de oorzaak. Probatio quia, Betoog uit de feiten.
2. Bewijs. Probatio admissibilis, Aannemelijk bewijs. Probatio completa, Volledig bewijs. Probatio contraria, Tegenbewijs. Probatio directa, Rechtstreeksch bewijs. Probatio inadmissibilis, Onaannemelijk bewijs. Probatio incompleta, Onvolledig bewijs. Probatio legalis, Wettelijk bewijs. Probatio materialis, Stoffelijk bewijs. Probatio moralis, Zedelijk bewijs. Probatio positiva, Stellig bewijs. Probatio sufficiens, Afdoende bewijs.
