1. Macht, gezag, heerschappij. Potestas absoluta, Onbegrensde macht, BELLEFROID 235. Potestas administrativa, Bestuursmacht, BELLEFROID 235. Potestas arbitraria, Willekeurige macht, BELLEFROID 235. Potestas auctoritatis, Macht des gezags, POTTERS VI, 25. Potestas civilis, Burgerlijke macht. Potestas clavium, Sleutelmacht, POTTERS III, 18; VI, 266 (KERKLEER). Potestas coactiva, Dwangmacht, straffende macht. Potestas coercitiva, Dwangmacht, strafmacht. Potestas commissa, Geschonken macht, overgemaakte macht. Potestas competens, Bevoegde macht. Potestas constitutionalis, Grondwettelijke macht, BELLEFROID 235. Potestas delegata, Geschonken macht, overgemaakte macht. Potestas derivata, Afgeleide macht. Potestas disciplinairs, Tuchtmacht, BELLEFROID 235. Potestas divina, Goddelijke macht. Solum illud subtrahitur divinae potestati quod repugnat rationi entis, ut hoc quod implicat contradictionem, s.
THOMAS, COMM. IN VI ETHIC. NIC.LECT. 2, Alleen wat met het begrip « wezen » onvereenigbaar is, zooals wat tegenspraak meebrengt, ontgaat aan de goddelijke macht. — Potestas docendi, Leergezag. Potestas dominativa, Heerschersmacht. Potestas ecclesiastica, Kerkelijke macht. Potestas excellentiae, Voorrang van bediening, POTTERS VI, 25 (SAKRAMENTENLEER). Potestas exsecutiva, Uitvoerende macht, BELLEFROID 235. Potestas hierarchica, Hierarchisch gezag. Potestas humana, Menschelijke macht. Potestas inferior, Lagere macht. Potestas iudicialis, Rechterlijke macht. Potestas iudiciaria, Rechterlijke macht, BELLEFROID 235. Potestas iurisdictionis, Rechtsmacht, POTTERS III, 14; VII, 35; VAN OORSCHOT 200, 201; bestuursmacht, POTTERS III, 14; vu, 35. Potestas iurisdictionis delegata, Afgevaardigde rechtsmacht, POTTERS VI, 263. Potestas iurisdictionis externa, Uitwendige rechtsmacht, VAN OORSCHOT 200. Potestas iurisdictionis interna, Inwendige rechtsmacht, VAN OORSCHOT 200. Potestas iurisdictionis ordinaria, Gewone rechts- of bestuursmacht, POTTERS VI, 263. Potestas legifera, Wetgevende macht. Potestas legislativa, Wetgevende macht, BELLEFROID 235. Potestas ministerii, Bedienaarsmacht. Potestas ministerii principalis, Macht van den hoofdbedienaar. Potestas monarchica, Eenhoofdig gezag, POTTERS III, 15. Potestas oeconomica, Huiselijk gezag. Potestas ordinaria, Ambtelijk gezag (KERKELIJK RECHT). Potestas ordinis, Ordemacht, wijdingsmacht, POTTERS III, 14; VIII, 35, wijmacht. Potestas particularis, Bizondere macht. Potestas paterna, Vaderlijk gezag, huisvaderlijk gezag. Potestas patria, Huisvaderlijk gezag. Potestas perfecta, Volmaakt gezag. Potestas plenitudinis, Volkomen gezag. Potestas politica, Staatsgezag. Potestas populi, Volksgezag. Potestas privata, Private macht. Potestas publica, Openbare macht, BELLEFROID 235. Potestas regia, Koninklijk gezag. Potestas regiminis, Regeeringsgezag. Potestas sacerdotalis, Priesterlijke macht. Potestas sacramentalis, Wijdingsmacht, wijmacht. Potestas saecularis, Wereldlijke macht. Potestas spiritualis, Geestelijke macht. Potestas suprema, Oppergezag, NIEKEL 187. Potestas temporalis, Wereldlijke macht, BELLEFROID 235. Potestas tyrannica, Dwingelandsmacht. Potestas universalis, Algemeen gezag. Potestas usurpata, Aangematigd gezag. 2. Gezagvoerder.
3. Potestatcs, Machten (ENGELENLEER) .
