Tegendeel, tegenovergesteld. Opposita, Tegendeelen, tegenover elkaar staande. (Ouattuor) modis dicuntur opposita ... scilicet contradictoria, contraria, privatio et habitus, et ad aliquid, S. THOMAS, COMM IN V METAPHYS.
LEGT. 12, Tegenstelling wordt op vier manieren bedoeld, als tegensprakelijkheid namelijk, als tegenstrijdigheid, als ontstentenis en hebbing en als betrekking tot iets. — Opposita nata sunt fieri circa idem, S. THOMAS,QU. DISP. DE VERITATE Q. 23, A. i, ARG. 5, Tegendeelen is het om hetzelfde te doen. — Opposita non possunt esse in eodem, s. THOMAS, SUM. THEOL. I, Q. 4, A. 2, ARG. 2, Twee tegendeelen kunnen niet bij eenzelfde wezen thuishooren. — Opposita non definiuntur per idem, Tegendeelen worden niet met behulp van één en hetzelfde bepaald. — Multiplicato uno oppositorum, multiplicatur et reliquum, Wanneer één van beide tegendeelen vermenigvuldigd wordt, dan wordt het ook het andere. — Oppositum non dicitur de suo opposito, Een tegendeel wordt van zijn tegenhanger niet gezegd. — Oppositorum potentia est eadem, De aanleg van twee tegendeelen is één en dezelfde. — Opposita complexa, Tegenover elkaar staande stellingen. Opposita contradictoria, Tegensprakelijkerwijze tegenover elkaar staande tegendeelen. Opposita contrarie, Tegenstrijdigerwijze tegenover elkander staande tegendeelen. Opposita directa, Rechtstreeks tegenover elkaar staande dingen. Opposita formaliter, Vormelijkerwijze tegenover elkaar staande dingen. Opposita impropria, In oneigeniijken zin tegenover elkaar staande dingen. Opposita mcomplexa,Tegenover elkaar staande begrippen. Opposita indirecta, Onrechtstreeks tegenover elkaar staande dingen. Opposita negativa, ontkennenderwijze tegenover iets gestelde dingen. Opposita per se, Van aard uit tegenover elkaar staande dingen. Opposita privative, Beroovingstegendeelen. Opposita proprie, Eigenlijk tegenover elkaar staande dingen. Opposita relativa, Verhoudingstegendeelen. Aliquid ... contraponitur alteri vel opponitur aut ratione dependentiae, qua dependet ab ipso, et sic sunt opposita relative, aut ratione remotionis, quia scilicet ununi removet alterum, s. THOMAS, COMM. IN V METAPHYS. LEGT. 12, Iets wordt tegenover iets anders gesteld ofwel omdat het er van afhankelijk is, en dan hebben we verhoudingstegendeelen; ofwel om reden van uitsluiting, omdat namelijk het eene het andere uitsluit.
