1. Lijn.
Non ... unea componitur ex punctis, aut tempus ex nunc, sicut consequenter se habentibus, s. THOMAS, COMMENT. IN VI PHYSIC. LEGT. 1, N° 5, Een lijn bestaat niet uit op elkaar volgende stippen, of tijd uit op elkaar volgende oogenblikken. — Punctus additus lineae (non) facit eam maiorem, s. THOMAS, QU. DISP.
DE VERITATE Q. 20, A. i, ARG. 10, Toevoeging van een stip aan een lijn maakt deze niet grooter. — Dividitur ... ma pars lineae ab alia per hoe quod diversum habent situm, S. THOMAS, COMMENT. IN BOETHII DE TRINITATE Q. 4, A. I, C., Een deel van een lijn wordt hierdoor van een ander afgezonderd, dat beide een verschillende ligging hebben. — Linea entitativa, Wezenslijn, zijnslijn. Linea lateralis, Zijlijn. Linea mathematica, Wiskundige lijn. Linea naturae, Natuurlijn. Linea operativa, Lijn der handelingen. Linea recta, Rechte lijn (DENKLEER). 2. Lijn. Linea aequalis, Gelijke lijn. Linea ascendentium, Stijgende lijn. Linea collateralis, Zijlijn. Linea collateralis aequalis, Gelijke zijlijn. Linea collateralis inaequalis, Ongelijke zijlijn. Linea consanguinitatis, Lijn van bloedverwantschap. Linea descendentium, Dalende lijn. Linea inaequalis, Ongelijke lijn. Linea obliqua, Zijlijn. Linea recta, Rechte lijn. Linea transversa, Zijlijn (HUWELIJK).
