Eerzaamheid, voegzaamheid. Dicuntur partes integrates alicuius virtutis condiciones quas necesse est concurrere ad virtutem et secundum hoc sunt duae partes integrates temperantiae, scilicet verecundia, per quam aliquis refugit turpitudinem temperantiae contrariam, et honestas, per quam scilicet aliquis amat pulchritudinem temperantiae, s. THOMAS, SUM.
THEOL, II-II, Q. 143, C., Aanvullende deelen van een deugd noemen we de voorwaarden welke een deugd vereischt, zoo heeft de matigheid dan twee aanvullende deelen, schaamachtigheid namelijk die het geile dat met de matigheid strijdt doet vluchten, en eerzaamheid die de voortreffelijkheid der matigheid doet liefhebben. — Honestas publica, Openbare eerzaamheid.
