Uitvloeiing, MEYER 342. Si consideretur emanatio iotiiis entis miversalis a primo principio, impossibile est quod aliquod ens praesupponatur huic emanationi, s. THOMAS, SUM.
THEOL. I, Q. 45, A. I, C., Wanneer het om de uitvloeiing van het geheele en algemeene wetten uit het eerste beginsel gaat, dan kan geen enkel wezen als bewuste uitvloeiing voorafgaande geondersteld worden. — Emanatio propriorum accedentium a subiecto non est per aliquam transmutationem, sed per aliquam naturalem resultationem, sicut ex uno naturaliter aliud resultat, S. THOMAS, SUM. THEOL. I, Q. 77, A. 6, AD 3, De uitvloeiing van de eigen bijkomstigheden uit het subjekt geschiedt niet door verandering, maar dankzij een natuurlijke voortkoming, zoals namelijk op natuurlijke wijze iets uit iets anders voortkomt. — Emanatio intellectualis, Verstandelijke uitvloeiing. Emanatio simplex, Enkelvoudige uitvloeiing.
