1. Uitgestrektheid. Partes in subiecto ex hoc ipso distinctionem habent secundum situm, quod sunt subiectae dimensioni, S. THOMAS, I QU.
QUODLIB. A. 21, C., De deelen van iets zijn, wat hun houding betreft, onderscheiden in zoover ze aan uitgestrektheid onderhevig zijn.—Dimensio completa, Volledige uitgestrektheid. Dimensio imaginaria, Ingebeelde uitgestrektheid. Dimensio incompleta, Onvolledige uitgestrektheid. Dimensio indeterminata, Onbepaalde uitgestrektheid. Dimensio realis, Werkelijke uitgestrektheid. 2. Afmetingen. Et in genere substantiae multiplicatio fit secundum dimensionem materiae, quae nec intellegi posset nisi secundum quod materia sub dimensionibus consideratur, S. THOMAS, SUM. C. GENT. IV, 65, Wat de zelfstandigheden betreft, geschiedt de vermenigvuldiging op grond van de uitgestrektheid der stof, welke
alleen te begrijpen valt in zoover iemand zich de stof met afmetingen voorstelt.
